Ruimte, Beweging en Tijd

TOETSINGSEXPERIMENT 11

Is het ononderscheidbaarheid voor de detectors of gelijkheid voor de polarisators?

Mijn onder FOTONEN EN POLARISATORS gegeven verklaring van het onverwachte resultaat van het Aspect experiment en van Bell’s ongelijkheid leidt tot een nieuw experiment om mijn theorie te toetsen. Dit experiment is in wezen een Aspect experiment met gelijke afstanden naar de twee polarisators, maar met ongelijke afstanden naar de beide erachter liggende detectors.

Volgens de huidige opvatting zouden ook in deze opstelling de tussen de detectors gevonden correlaties laag moeten zijn omdat, indien gewenst, steeds nagegaan kan worden welk foton bij welke detector aankomt. Volgens de hier gegeven verklaring zullen de correlaties hoog zijn omdat de beide een-van-een-paar fotonen in dezelfde fase eenzelfde type polarisator (met hetzelfde materiaal) treffen en dus steeds gelijk behandeld worden: ze worden daarom beide doorgelaten of beide tegengehouden.

Met deze opstelling is het dus mogelijk om mijn stelling te toetsen, dat het niet de gelijktijdigheid (en dus ononderscheidbaarheid) voor de detectors, maar de gelijkheid van de beide fotonen voor de polarisators (en de daaruit voortvloeiende gelijke behandeling) is, die bepaalt of er een hoge correlatie ontstaat.

Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer