Ruimte, Beweging en Tijd

HET ONTSTAAN EN EEN DEFINITIE VAN TIJD

MFR’s, het AFR en het meten van tijd

Zoals wij gezien hebben, treedt er bij beweging, ten gevolge van de schuine weg bij het ‘op- en onderduiken’ in een onderstroom, een vertraging van de intrinsieke frequentie en daarmee een verlaging van de bij een bepaald energieniveau horende lichtfrequentie op. Atoomklokken ontlenen hun tijdbasis aan deze spectrale frequenties. Hierdoor neemt bij een meting op een MFR met een snelheid V ook de klokfrequentie van de voor een nauwkeurige meting vereiste atoomklok met een factor √ ( 1 −V 2/ c2 ) af. De tijdmeting door een bewegende klok wordt dan ook met deze factor vertraagd. Wanneer een aantal klokken, met in rust dezelfde klokfrequentie, zich op verschillende MFR’s met verschillende snelheden bevinden, zal de klokfrequentie van de klok op het MFR met de laagste snelheid het hoogste zijn en deze klok zal dus de meest nauwkeurige tijdmeting opleveren. De meest nauwkeurige tijd wordt dus gemeten met een klok die zich in rust ten opzichte van het AFR bevindt.

Er bestaat geen zelfstandig verschijnsel tijd

Uit het hierboven beschreven mechanisme blijkt al dat beweging geen invloed heeft op een eventueel zelfstandig verschijnsel tijd, maar uitsluitend het mechanisme van de klok beïnvloedt en daarmee alleen de meting van tijd verandert. Volgens mijn theorie bestaat er ook geen onafhankelijke tijdstroom of een ander zelfstandig verschijnsel tijd. Maar wat is tijd dan wel? Het is opmerkelijk dat er de laatste 100 jaar nauwelijks iemand een definitie van het fysische begrip tijd heeft gegeven, terwijl tijd (zelfs als een afzonderlijke dimensie) in de huidige natuurkunde toch een belangrijke rol speelt. Hier volgt mijn definitie, die is gebaseerd op veranderingen:

Definitie van tijd: Tijd is het aantal veranderingen van het type a, dat geteld kan worden tussen twee veranderingen van het type b of tussen een verandering van het type b en het type c.

Welk type verandering als a of als b of als c fungeert hangt af van de relatieve snelheid van deze veranderingen. De snelste verandering is altijd het type verandering dat geteld wordt. De gebruikte langzame verandering zal vaak een verandering van plaats zijn (bijvoorbeeld van de start naar de finish), maar kan bijvoorbeeld ook een verandering van kleur zijn (zoals bijvoorbeeld bij een toverbal, wanneer deze gebruikt wordt om een verlopen tijd te meten).

Volgens mijn theorie is er dus zonder het optreden van veranderingen ook geen tijd.

Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer