Tekortkomingen van de huidige verklaring van de zwaartekracht
Volgens de huidige opvatting, zoals geformuleerd in de algemene relativiteitstheorie, is de werking van de zwaartekracht het gevolg van een vervorming van de ruimtetijd onder de invloed van nabije massa. Deze verklaring maakt het moeilijk te begrijpen dat – zoals zeer recent opnieuw gebleken is – de snelheid van de werking van de zwaartekracht voortdurend, over kleine maar ook over zeer grote afstanden, exact gelijk is aan de snelheid van het licht.
Het is ook zeer onwaarschijnlijk dat een rimpeling in de ruimtetijd over afstanden van miljarden lichtjaren zijn golfkenmerken behoudt. Dat deze kenmerken nauwkeurig bewaard blijven is gebleken bij de recente waarnemingen van zwaartekrachtgolven als gevolg van met elkaar versmeltende zwarte gaten of neutronensterren.
De algemene relativiteitstheorie is ook niet in staat om de val van een appel uit een boom te verklaren. Een vervorming van de ruimte rond de appel onder invloed van de massa van de aarde heeft geen enkele invloed op een appel in rust. Pas wanneer een object al in beweging is, zou een vervorming van de naburige ruimte tot een invloed op deze beweging kunnen leiden.
Ook de aan ‘donkere materie’ en aan ‘donkere energie’ toegeschreven verschijnselen kunnen door de huidige opvatting over de zwaartekracht niet verklaard worden.
Wanneer de zeven onder LICHT EN BEWEGING genoemde toetsingsexperimenten dit bevestigen zijn de aannames van de speciale relativiteitstheorie onjuist en vervalt hiermee dus vervolgens ook de basis voor de algemene relativiteitstheorie.
Kenmerken van de zwaartekracht
In mijn boek heb ik 11 kenmerken van de zwaartekracht gegeven en een nieuwe theorie moet daar dus ook aan voldoen. Het meest opmerkelijke kenmerk is waarschijnlijk het gegeven dat het effect van de zwaartekracht steeds een effect in de richting van de bron is. Dit geeft ook direct een sterke aanwijzing over de aard van het mechanisme van de zwaartekracht.
Bij HET ONTSTAAN VAN MATERIE heb ik al voorgesteld dat de zwaartekracht wordt overgebracht door gatbelletjes en ik zal er hier een definitie van geven (zie ook Fig. 1-3).
Definitie van gatbelletjes:
Gatbelletjes zijn de door gatdeeltjes in grote aantallen gevormde kleinst mogelijke gaten in de subta, die zo klein zijn dat de subta er niet in kan binnenvallen. Zij worden voortdurend binnen de grote gatdeeltjes (dus niet in de veel kleinere fotondeeltjes) geproduceerd, als gevolg van de hevige interactie van de daarin circulerende subtamedia onderling en met de leegte in het gat. De hierdoor veroorzaakte zeer lokale annihilatie van de twee versies van eenzelfde medium wordt nog bevorderd doordat, vanwege de expansie van de ruimte, de subta steeds dunner wordt. De gevormde gatbelletjes bewegen zich weg van het gatdeeltje in alle richtingen door de subtaruimte, met, bij de huidige dichtheid van de subta, een snelheid c.
Gatbelletjes als overbrengers van de zwaartekracht
Newton heeft ooit de uitspraak gedaan dat iemand wel ‘gek’ moest zijn als hij meende dat de zwaartekracht geen overbrenger nodig had. Maar zelf heeft hij er geen kunnen vinden en hij heeft zich dan ook noodgedwongen moeten beperken tot het formuleren van zijn bekende formule.
In mijn theorie wordt de zwaartekracht overgebracht door de gatbelletjes, die voortdurend door alle gatdeeltjes waaruit de materie is opgebouwd worden geproduceerd. Wanneer een gatbelletje een gatdeeltje treft wordt, door de alom heersende subtadruk, het gatdeeltje een klein stukje voortbewogen in de richting waaruit het belletje afkomstig is. Omdat het belletje een (zeer klein) gat in de subta is gaat het verder ongehinderd door het gatdeeltje heen en vervolgt zijn weg met zijn, bij de huidige subtadichtheid, normale snelheid c.
Eenzelfde, uit gatdeeltjes opgebouwd, brok materie fungeert dus als bronmaterie, door de produktie van gatbelletjes, en als doelmaterie, door de aanzuigende werking van gatbelletjes die het brok materie treffen.
Een opmerkelijk gevolg van de aanname dat onze materie bestaat uit ‘gaten’ in de omgevende subta is, dat het als logische consequentie heeft dat, wanneer deze gaten getroffen worden door de uit zeer kleine gaten bestaand gatbelletjes, er een aantrekkend effect zal zijn. Een opvatting van het heelal als een hoeveelheid brokstukken in de leegte zou daarentegen leiden tot een afstotende werking van de zwaartekracht en dat komt dus niet overeen met de feiten.
Gatbelletjes versus fotonen
Gatbelletjes lijken in verschillende opzichten op een fotondeeltje zonder fotongolf.
Overeenkomst met fotonen:
- Direct na hun ontstaan in de in een gatdeeltje binnenvallende subta, verwijderen de gatbelletjes zich met grote snelheid in alle richtingen en bewegen zich, evenals fotonen, verder ‘onder water’ voort met (bij de huidige subtadichtheid) een snelheid c.
- Ook voor gatbelletjes geldt dat hun snelheid vroeger (bij een hogere subtadichtheid), net als bij fotonen, anders was dan de huidige normale snelheid c. Alleen was de snelheid van gatbelletjes, omdat er in dit geval geen golf bij betrokken was, juist lager.
Maar er zijn ook verschillen ten opzichte van het, allereerst al veel grotere, fotondeeltje:
- Gatbelletjes bewegen zich weliswaar ook ‘onder water’ met een snelheid c, maar zijn niet vergezeld van een golf. Hun ontstaanswijze is dan ook een heel andere dan van fotonen.
- Individuele gatbelletjes vertonen daarom geen golfverschijnselen en kennen dus ook geen interferentie. Grote aantallen gatbelletjes bij elkaar kunnen uiteraard wel golfverschijnselen vertonen, zoals ook blijkt uit de waarneming van zwaartekrachtgolven.
- De inwerking van gatbelletjes op de ‘gewone gaten’ van materiedeeltjes verloopt juist, ook door hun geringe omvang en het ontbreken van een golf, heel anders dan de effecten die fotonen op materie hebben.
Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer