Ruimte, Beweging en Tijd

TOETSINGSEXPERIMENT 1

Een nieuwe berekening van de afstanden van zeer verre objecten

Deze nieuwe verklaring van de kosmologische roodverschuiving leidt tot een nieuwe uitvoering van de berekening van afstanden van quasars en andere zeer verre objecten. Deze nieuwe berekening bestaat uit twee stappen:

  1. De berekening van de door het licht afgelegde weg op basis van de roodverschuiving van het object en de Hubbleconstante, maar nu als gevolg van de vroeger – bij een grotere dichtheid van de subta –  grotere lichtsnelheid. Dit geeft hetzelfde resultaat als de gebruikelijke berekening op basis van een roodverschuiving als gevolg van de uitdijing van de ruimte.
  2. Een berekening van de extra afgelegde weg als gevolg van de expansie van de ruimte. Deze expansie kan worden geschat op basis van de waargenomen te grote afstand van verre objecten die geleid heeft tot de aanname van ‘donkere energie’.

Wanneer deze methode, ook bij nieuwe verre objecten, steeds leidt tot een correcte afstand die overeenkomt met de op grond van de lichtsterkte gemeten afstand, mogen wij concluderen dat de kosmologische roodverschuiving inderdaad het gevolg is van de afname van een vroeger grotere lichtsnelheid bij een gelijkblijvende golflengte. De aanname van ‘donkere energie’ is dan niet meer nodig.

Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer