Ruimte, Beweging en Tijd

DE INVLOED VAN DE ZWAARTEKRACHT OP FOTONEN

Zoals ik al onder ZWAARTEKRACHT heb behandeld, oefent de zwaartekracht ook op fotonen zijn werking uit. Maar fotonen verschillen in mijn theorie op een aantal punten van andere elementaire deeltjes. Zij ‘duiken niet op en onder’ maar bewegen zich altijd met een snelheid c ‘onder water’, net als de zwaartekracht gatbelletjes. Zij bevatten slechts een geringe hoeveelheid subta en produceren daarom zelf geen gatbelletjes. Fotonen zijn niet alleen gatdeeltjes, maar het zijn gatdeeltjes verpakt in een golf.

De invloed van de zwaartekracht op fotonen is daarom wat complexer dan op gewone elementaire deeltjes en de aantrekkende werking van de gatbelletjes is, door de extra invloed op de golf, ca. 2 x zo sterk. Ik zal hier opnieuw de drie soorten invloed die de zwaartekracht op fotonen heeft beschrijven.

Aantrekking van het fotondeeltje

Omdat het fotondeeltje een kleine hoeveelheid subta bevat, ondergaat het, net als andere gatdeeltjes, ook de aanzuigende werking van een gatbelletje. De belletjes die het fotondeeltje treffen zullen, vanwege zijn geringe afmetingen en zijn grote snelheid, echter geen onderstroom in de richting van de bronmaterie tot stand kunnen brengen, maar er is wel de eenmalige aanzuigende werking. Hoe sterker de zwaartekracht, hoe meer gatbelletjes het fotondeeltje zullen treffen en hoe groter de aanzuigende werking zal zijn. Als gevolg van de aanzuigende werking, zal een foton dat bijvoorbeeld een zware ster passeert, door de zwaartekracht van de ster worden aangetrokken.

Algemene vertraging

In een sterk ‘zwaartekrachtveld’ passeren ook door het kleine foton gatdeeltje grote aantallen gatbelletjes. Deze gatbelletjes hebben, net als bij de ‘op- en onderduikende’ elementaire deeltjes, een vertragende werking. Bij het foton leidt dit tot een iets lagere snelheid van het licht. Hoe meer gatbelletjes er door een foton gaan, hoe sterker het vertragende effect. Evenals bij andere elementaire deeltjes, speelt ook bij het foton de richting waaruit de gatbelletjes komen, bij deze algemene vertraging geen rol.

Afbuiging van de fotongolf

Niet alleen het fotondeeltje, maar ook de fotongolf wordt, door de er doorheen gaande gatbelletjes, vertraagd. Maar de golf bestrijkt een veel groter gebied dan het deeltje. Als een foton door een sterk ‘zwaartekrachtveld’ beweegt dat dwars op zijn bewegingsrichting staat (zoals bij de passage dicht langs een ster) wordt eerst aan de kant waar de gatbelletjes vandaan komen de voorwaartse snelheid van de golf verminderd. Pas daarna vindt eveneens een vertraging van de transversale golf aan de andere kant van het deeltje plaats. Bovendien is de sterkte van het zwaartekrachtveld iets groter aan de kant van de ster dan aan de andere kant van het fotondeeltje.

Door deze asymmetrische afremming zal eenzelfde effect optreden als bij breking. Er zal een afbuiging van de fotongolf optreden naar de normaal toe en in dit geval naar de ster toe en het deeltje volgt de golf. Hoe meer zwaartekrachtbelletjes door het gebied van de fotongolf passeren, hoe sterker de afbuiging in de richting van de ster zal zijn.

Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer