De gangbare opvatting dat licht een golf is leek een voor de hand liggende verklaring te geven van de alom optredende interferentie van licht. Dit gaf pas problemen toen het mogelijk was om op een betrouwbare manier afzonderlijke fotonen te produceren. Wanneer, zoals gebruikelijk was, grote aantallen fotonen tegelijk werden aangeboden aan een 2-slit nam men aan dat de optredende interferentieverschijnselen het gevolg waren van paarsgewijs met elkaar interfererende fotonen. Maar nu bleek dat ook bij één voor één aangeboden afzonderlijke fotonen interferentie optrad. Fotonen konden dus kennelijk met zichzelf interfereren. Maar hoe kon een foton door twee spleten tegelijk gaan?
Interferentie bij één voor één aangeboden afzonderlijke fotonen in een 2-slit
De opvatting dat het fotondeeltje (bijna) nooit gesplitst wordt en de fotongolf altijd wordt gesplitst, verklaart ook het interferentiegedrag van afzonderlijke fotonen die één voor één worden aangeboden aan een 2-slit (zie bijgaande figuur).

Fig. 3-2. Een schetsmatige weergave van de gang van zaken na de aankomst van één afzonderlijk foton bij een 2-slit.
Wanneer een foton (p + w), dat wil zeggen een fotondeeltje p verpakt in een fotongolf w, aankomt bij een 2-slit zijn er verschillende mogelijkheden. Wanneer het deeltje zich in een positie tussen de spleten in bevindt, wordt het foton door het materiaal waaruit de 2-slit bestaat geabsorbeerd of gereflecteerd. Wanneer het deeltje zich echter voor één van de beide spleten bevindt, zal het deeltje door deze spleet gaan, samen met de helft van zijn golf. Als de spleten voldoende dicht bij elkaar liggen, zal door de andere spleet ook de andere helft van de golf gaan. Dit leidt tot interferentie, en, bij voldoende veel achter elkaar aangeboden afzonderlijke fotonen, ontstaat op een scherm het bekende interferentiespectrum.
Verklaring van de interferentie van een elektron met zichzelf
Maar ook de in Deel I van mijn boek gegeven verklaring van het ontstaan en in stand blijven van beweging (elementaire deeltjes bewegen slechts als gevolg van het ‘op- en onderduiken’ van elk deeltje in een golfvormige onderstroom) speelt een belangrijke rol bij het verklaren van interferentie. De huidige quantumveldentheorie moet er, noodgedwongen, wel vanuit gaan dat niet alleen een foton, maar ook bijvoorbeeld een elektron, zich langs elke denkbare weg van A naar B verplaatst. Alleen hierdoor wordt het mogelijk om te verklaren dat fotonen, maar ook elektronen, met elkaar (en ook met zichzelf) kunnen interfereren. In mijn theorie wordt dit eenvoudig en fysisch verklaard door interferentie van de bij bewegende elektronen altijd aanwezige transversaal golfvormige onderstroom. Het elektron wordt nooit gesplitst en gaat door de ene of door de andere slit en de golfvormige onderstroom wordt altijd gesplitst.
Copyright © 2019 Ruimte, Beweging en Tijd: Drs. C.H.J.M. Opmeer